maandag 10 augustus 2009

Structuur deel I GO: Nagaan en beschouwen van onze zonden

Het eerste deel (eerste week) van de Geestelijke Oefeningen (GO) bestaat uit:

1 Twintig aantekeningen
2 Vooronderstelling GO

EERSTE WEEK:
I Bestemming van de mens: God als oorsprong en onze zaligheid
4 Onze gelukzaligheid
II Bestemming van de overige schepselen
III volmaakt gebrui van de schepselen

5 Beschouwing van het religieuze fundament

6 Methoden van gewetensonderzoek
II Algemeen gewetensonderzoek


8 De weg der zuivering: de vijf oefeningen
1e Oefening: Boosheid van de drie zonden
1. Zonde der engelen
2. Zonde van Adam en Eva
3. Onze eigen doodzonden
--> De zonde en Christus aan het kruis

2e oefening: Berouwvol herstel van onze innerlijke wanorde

3e oefening: Herhaling en verdieping

4e oefening: Samenvatting

5e oefening: Heilzame vrees

9 De weg naar de hel

10 De weg naar de eeuwigheid

11 De kracht van de bekeringsgenade

Onderscheiding der geesten: Regels voor de tweede week [328 - 336]

[328] Regels om een nog volmaakter onderscheiding der geesten te bereiken passend in de tweede week.

I. Waar komt geestelijke vreugde vandaan - waar onze innerlijke onrust?
[329] 1e regel: God en Zijn engelen kunnen alle droefheid en verwarring wegnemen en geven ware blijdschap en vreugde. De vijand zal door (1) schijnredenen (2) spitsvondigheden en (3) bedrog dit alles willen voorkomen.

II. Kan er geestelijke vertroosting komen van de boze geest?
[330] 2e regel: God is het die ons vertroosting schenkt zonder voorafgaande oorzaak of gevoel.
[331] 3e regel: Met voorafgaande oorzaak kan zowel de goede als kwade engel ons vertroosten, maar met tegengestelde inzichten. De goede om ons te redden, de kwade om ons verder in het verderf te storten.

III. Hoe is daarbij de taktiek van de boze geest?
[332] 4e regel: De boze engel zal de rechtvaardige met goede en heilige gedachten influisteren en nadien gaandeweg tot zijn eigen kwade en verborgen bedoelingen te komen. Er zijn drie soorten: misleidingen van de (1) geest, (2) gezond verstand en (3) hart.

IV Hoe worden misleidingen ontdekt en verhinderd?
[333] 5e regel: Let nauwkeurig op de gang onzer gedachten in het begin, midden en einde. Is zij steeds goed dan is dit een teken van het goede. Is er sprake van enige verstrooiïng, verzwakking of verwarring dan is dit een teken van het kwade.
[334] 6e regel: Wanneer de vijand is herkend aan zijn boze doel is het goed onze gedachtengang vanaf het begin te herleiden om aldus zijn listen op het spoor te komen.
1. Verlichting of vertroosting ontwikkeld zich op een reeks van gedachten. Het goed vanuit volmaaktheid, het kwade vanuit een klein gebrek. Deze misleiding is niet vanaf aanvang duidelijk: (stap 1) onze gedachten lopen uit op iets slechts, (stap 2) richten zich op het verstrooiende, aardse en (stap 3) blijven haken op iets wat onze wilskracht en gemoed verzwakt.
2. Deze missleiding ligt voor iedereen open. We herkennen de slang aan zijn kop, lijf en staart. Met zijn kop bijt hij zich vast in onze ziel, pas het stellen van de daad doet ons zijn staart zien.

V Kan de kwade geest bij eerse contact worden herkend?
[335] 7e regel: De goede engel beweegt de ziel op een zachte, stille en aangename manier, de boze is ruw en met veel lawaai. De gesteldheid der geest is in strijd of overeenkomstig de natuur van beide engelen.

VI: Is misleiding mogelijk bij ware goddelijke vertroosting?
[336] 8e regel: Vertroosting zonder aanleiding komt alleen van God onze Heer. Wij kunnen deze begrijpen. Deze wordt in tweede instantie vaak gevolgd door een nieuwe nog vurigere vertroosting waarvoor wij ons moeten hoeden omdat onze gevoeligheid is aangewakkerd voor invloed van buitenaf. We moeten ons denken en handelen ten alle tijden toetsen aan regels en wetten van ons Heilige Geloof.

[Bron: Hellings (1953, p. 867-882)

zondag 9 augustus 2009

Reflectie en planningssessie (REPLA)

[Referentie: De kleine lofprijzing:]
Eer aan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest,
Zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Wanneer?
(1) Een reflectie en planningssessie is een gesprek dat men met God dan wel met een medemens heeft op een van de volgende momenten:

+ Na gebed, overweging of opdracht uit de geestelijke oefeningen [GO77];
+ Tijdens het bijzonder en algemeen gewetensonderzoek;
+ Als voorbereiding op het ontvangen van het sacrament van boete en verzoening;
+ Bij het evalueren van een periode en het voorbereiden van een dag of week;
+ Elk gesprek kan een REPLA zijn!

Doel?
(2) De sessie is gericht op het reflecteren over het (recente) verleden waarbij we op basis van het verloop der dingen onze dankbaarheid en berouw tonen aan God en ons verlangen richten op
nog meer te leven tot lof en eer van Zijn naam.

Uitvoering?
(3) Zittend of wandelend, gedurende een kwartier, mij voorstellend aan de voet van de gekruisigde Christus en nagaan hoe de overweging of periode is gegaan.
(4) Mij de vrucht van de activiteit scherp voor de geest halen in zowel materiële resultaten als immateriële gevolgen.
(5) Ging het goed dan zal ik God danken en mij voornemen in het vervolg op dezelfde manier te handelen.
(6) Voor de dingen die slecht verliepen zal ik verantwoordelijkheid nemen, de oorzaak wegnemen, berouw tonen en verlangen dat ik mij in de toekomst zal verbeteren.
(7) In een samenspraak tussen mensen spreekt degene wiens handelen besproken wordt eerst en pas dan geeft de ander zijn reflectie.

Verloop en vragen:
(8) Schriftelijke voorbereiding: op basis van korte notities worden de punten van de REPLA op een rij gezet.

(9) Reflectie op het verleden (...zoals het was...).
Waarvoor ben ik God dankbaar?
Hoe heb ik gehandeld om dit te bereiken?
Welke talenten heb ik gebruikt?
Waarom ging het goed?

(10) Heden (...nu en altijd...)
Wat heb ik bereikt?
Hoe kan ik dat ten dienste stellen van God?
Hoe kan ik daarmee mijn opdracht nog beter uitvoeren?
= mijn talenten en kwaliteiten gebruiken.

(11) Plannen van de toekomst (...en in de eeuwen der eeuwen...)
Wat heb ik gedaan waarover ik spijt heb?
Waarover heb ik berouw?
Waar liggen mijn beperkingen?
Hoe kan ik dat voorkomen of verbeteren?

(12) Afsluiting
Concreet verlangen en voornemen formuleren en het voor me zien;
Spreuk of motto voor de komende dag of periode formuleren en het tot een gebed maken;

[memokaart] [REPLA-formulier] [presentatie]

Tien Addities (1e week) voor het welslagen van een retraite [GO 73 - 90]

[73] 1e aanvulling
Voor het slapen gaan: kortstondig denken aan:
1 Wanneer op te staan?
2 Waartoe en welke opdracht, oefening of overweging heb ik uit te voeren?
Afsluiten met een Wees Gegroet...

[74] 2e aanvulling
Bij het ontwaken: direct aan de opdracht, oefening of overweging beginnen.
Scherp voor de geest halen van ons doel in dankzegging of aanbidding.

[75] 3e aanvulling
Concentratie voor het gebed: plechtig en eerbiedig, staande voor de plaats van gebed gedurende de tijd van een Onze Vader...

[76] 4e aanvulling
Houding tijdens het bidden: knielen, zitten, staande of ter aarde geworpen.

[77] 5e aanvulling
Na het bidden altijd gedurende 15 minuten reflectie over de overweging
Hoe ging de overweging? Wat ging er goed en kan ik voortzetten? Hoe kan ik mij verbeteren? Een zgn. Reflectie & Plannings-sessie (RePla-sessie) waarin de 'vruchten' van het gebed worden verzameld en het een kernspreuk wordt geformuleerd die gedurende de dag herhaald kan worden.

[78] 6e aanvulling
Het is goed in plaats van aan alleen vreugdevolle dingen vooral ook te denken en doorvoelen van:
- Boetvaardigheid en nederigheid;
- Onze smart aanvaarden;
- Christus aan het kruis aanschouwen en mij daarvoor schamen.

[79] 7e aanvulling
Zich zelf het licht ontzeggen: terugtrekken in duisternis.

[80] 8e aanvulling
Afzien van lachen (zeker gedurende de eerste drie weken van de retraite pas bij de laatste week mag een glimlach doorbreken).

[81] 9e aanvulling
Oogcontact vermijden (tenzij bij ontvangst van mensen).

Over de boetvaardigheid
[82] 10e aanvulling
Tweeledige boetvaardigheid:
1. Inwendig: ons leedwezen/schaamte middels een gewetensonderzoek, heilige communie en biecht (sacrament van boete en verzoening);
2 Uitwendig: zelfkastijding door middel van fysieke versterving.

[83] 1e: Vasten: Matigheid in eten.

[84] 2e: Waken: Slaaponthoudinging zonder de gezondheid te schaden.

[85] 3e: Lichamelijke kastijding om ons zelf smart en andere gestrengheden toe te brengen

[86] Doch zonder ziekte of blijvende verwondingen te veroorzaken.

[87] 1e aanmerking: Drie doelen van uitwendige boedvaardigheid (1) voldoen voor voorgaande zonden; (2) Zichzelf overwinnen: de zinnelijkheid gehoorzaamd aan de rede; en (3) Genade vragen en verkrijgen van God.

[88] Onze houding bij gebed (ref. GO76) laten we bij voorkeur een privé aangelegenheid zijn (dus niet in openbare kerk en kapel).

[89] Bij het niet vinden van vertroosting: verander iets aan je gewoonte tot eten, slapen of kies een andere wijze van versterving.

[90] Bij het Bijzonder onderzoek tijdens onze Geestelijke Oefeningen:
Welke tekortkoming/onachtbaarheid tijdens de oefeningen/addities kan ik verbeteren? (RePla-sessie).

(Bron: Hellings, 1953, p. 130 - 145)

vrijdag 7 augustus 2009

Dag programma (drie inleidingen per etmaal)

8:15 uur Morgengebed
Aansluitend: ontbijt
9:30 uur Eucharistie
Aansluitend koffie/thee
10:45 uur Inleiding (ca. 40 min.)
12:00 uur Warme maaltijd
14:45 uur Zangles (ca. 15 min.)
Aansluitend inleiding (ca. 40 min.)
Aansluitend koffie/thee
16:15 uur Uitstelling Allerheiligste/Aanbidding
17:15 uur Rozenhoedje
18:00 uur Avondmaaltijd
19:00 uur Inleiding (ca. 40 min.)
20:30 uur Avondgebed
Aansluitend koffie/thee

(Foyer de Charité Thorn)

Lezingenschema uit De Navolging van Christus bij 30-daagse retraite

LEZINGENSCHEMA uit DE NAVOLGING VAN CHRISTUS – Thomas a Kempis
Tijdens een grote retraite (30 dagen)

Overzicht boektitels:
Boek I: Richtlijnen voor het innerlijk leven
Boek II: Aansporing tot innerlijk leven
Boek III: De innerlijke vertroosting
Boek IV: De Heilige Eucharistie

Eerste deel (eerste week)
Dag 1: I 20 III 9, 10
Dag 2: III 47, 48
Dag 3: I4 III 9, 15, 26
Dag 4: I 24, 25
Dag 5: III 4, 8, 52
Dag 6: I 24 IV 7
Dag 7: I 20, 23, 25
Dag 8: III 55, 57

Tweede deel (tweede week)
Dag 1: II 7, 8
Dag 2: I 1, 3 III 2, 3
Dag 3: III 18, 23, 24, 32
Dag 4: I 9 II 9 III 13
Dag 5: I 2, 4, 7
Dag 6: III 15, 27, 54, 55
Dag 7: III 8, 45 II 10
Dag 8: III 21, 22

Derde deel (derde week)
Dag 1: III 50 IV 2, 5
Dag 2: III 52, 45
Dag 3: II 9 III 19, 46
Dag 4: III 28, 36
Dag 5: II 11, 12
Dag 6: IV 8, 9

Vierde deel (vierde week)
Dag 1: II 7, 8 III 21
Dag 2: III 23, 26
Dag 3: II 11 III 30
Dag 4: II 10 III 48, 49
Dag 5: III 5

woensdag 5 augustus 2009

Het IHS monogram

Het monogram IHS wordt vaak verklaard als de beginletters van Iesus Hominum Salvator (Jezus de Redder der Mensen), maar eigenlijk zijn het de eerste drie Griekse letters van de naam Jezus (ΙΗΣΟΥΣ)[1].

Een andere verklaring is : In Hoc Signo (In dit teken (zult gij overwinnen)), als verwijzing naar de droom die de Romeinse keizer Constantijn de Grote gehad zou hebben[2].

Dit monogram kwam op in de hoge middeleeuwen. In de oudheid werd het monogram XP (XP zijn de eerste twee Griekse letters van Christos) meer gebruikt. IHS vindt men terug op kerkgevels, biechtstoelen, bidprentjes en ook op oudere kazuifels.

Het monogram werd vooral gebruikt door de welgestelde katholieke orde der Jezuïeten.

‘In Hoc Signo Vinces’ (Latijn) betekent: ‘In dit teken zult gij overwinnen’. De tekst, gegroepeerd rond een kruisteken, verscheen aan de Romeinse keizer Constantijn de Grote aan de vooravond van een beslissende veldslag; Constantijn overwon inderdaad in het teken van het kruis en dankbaar bekeerde hij zichzelf en zijn keizerrijk tot het Christendom.

In het jaar 312 na Christus moest de Romeinse keizer Constantijn de Grote (ca. 285-337) met zijn troepen een beslissende veldslag leveren. Op de vooravond van het gewapende treffen verscheen aan de hemel een stralend kruis, omschreven met de Griekse woorden 'En Toutoi Nika', in het Latijn te vertalen als ‘In Hoc Signo Vinces’, oftewel: ‘In dit teken zult gij overwinnen’. BekeerdOnder de indruk van de verschijning liet Constantijn in zijn purperen banieren een zilveren kruis aanbrengen. Hij overwon op het slagveld inderdaad in het teken van het Kruis. Dankbaar bekeerde hij zich tot het christendom. Deze Bekering was van groot belang voor de geschiedenis van het christendom. De katholieke Kerk, onder eerdere keizers veelvuldig vervolgd, kreeg door Constantijn nu de status van religio licita: door het Rijk officieel erkend. Later onder keizer Theodosius werd het christendom zelfs de Romeinse staatsgodsdienst.

‘IHS’De afkorting ‘IHS’, wordt in de christelijke beeldtaal veel gebruikt. Eigenlijk is IHS (de Griekse letters Jota, Èta en Sigma) een afkorting van de naam Jèsous (Grieks voor Jezus), maar in de volkscultuur werd, in aansluiting op het verhaal van de wonderbaarlijke bekering van Constantijn, de lettercombinatie soms opgevat als afkorting voor ‘In Hoc Signis Vinces’. Dat de V van ‘Vinces’ in de combinatie ontbreekt, was geen beletsel. In afbeeldingen werd aan de lettercombinatie IHS simpelweg een driehoek (‘V’) toegevoegd, gevormd door de drie nagels waarmee Christus aan het kruis werd geslagen. IHS kan overigens ook nog staan voor ‘Iesus Hominum Salvator’ (Jezus, Verlosser der Mensen).

Goddelijke en kardinale deugden

De drie Goddelijke deugden:

1 Fides (Geloof)
2 Spes (Hoop)
3 Caritas (Liefde)

De vier kardinale deugden zijn:

1 Prudentia (Voorzichtigheid - verstandigheid - wijsheid)

2 Iustitia (Rechtvaardigheid - rechtschapenheid)

3 Fortitudo (Moed - sterkte)

4 Temperantia (Gematigdheid - matigheid - zelfbeheersing)

Vijf zintuigen

Neus - Reuk
Tong - Smaak
Oor - Gehoor
Oog - Zicht
Lichaam - Tast

Drie zielsvermogens

Denken - Voelen - Willen

Tien geboden

  1. Gij zult geen afgoden vereren, maar Mij alleen aanbidden en boven alles beminnen.
  2. Gij zult de naam van de Heer, uw God, niet zonder eerbied gebruiken.
  3. Wees gedachtig dat gij de dag des Heren heiligt.
  4. Eer uw vader en uw moeder.
  5. Gij zult niet doden.
  6. Gij zult geen onkuisheid doen.
  7. Gij zult niet stelen.
  8. Gij zult tegen uw naaste niet vals getuigen.
  9. Gij zult geen onkuisheid begeren.
  10. Gij zult niet onrechtvaardig begeren wat uw naaste toebehoort.

Zeven hoofdzonden

De zeven hoofdzonden zijn:

1 Superbia (hoogmoed - hovaardigheid - ijdelheid - trots)
2 Avaritia (hebzucht - gierigheid)
3 Luxuria (onkuisheid - lust - wellust)
4 Invidia (nijd - gramschap - jaloezie - afgunst)
5 Gula (onmatigheid - gulzigheid - vraatzucht)
6 Ira (woede - toorn - wraak)
7 Acedia (gemakzucht - traagheid - luiheid - vadsigheid)

Drie wijzen van bidden [GO 238 - 260]

Algemeen en overeenkomstige uitvoering van de drie gebedswijzes:

1 Voorbereiding: voor het gebed laten we de geest kort rusten en bedenken we waarheen en met welk doel we gaan;

2 Voorbereidingsgebed: gebed om genade;

3 Eerbiedige houding: geknield of gezeten (ogen gesloten of gericht op vast punt);

4 Samenspraak op het einde: dankbetuiging en afscheid;




DRIE GEBEDSWIJZES:


1 Bidden over de tien geboden, zeven hoofdzonden, drie zielsvermogen en de vijf zintuigen [240 - 248]. Andere overwegingen: Goddelijke en kardinale deugden, acht zaligheden, zeven gaven van de Heilige Geest, werken van barmhartigheid, religieuze, beroeps- en lekenbeloften, teksten uit de Heilige Schrift, Navolging van Christus e.d.

2 Het overwegen van ieder woord van een (formule) gebed [249 -257]


3 Rhytmisch bidden van formule gebeden [258 - 260]




Voorbeelden van formule gebeden: Onze Vader, Wees Gegroet, Credo, Salve Regina en Ziel van Christus.

dinsdag 4 augustus 2009

Onderscheiding der geesten: Regels in de eerste week [314 -327]

De onderscheiding der geesten: Mijn eigen gedachten, uitsluitend uit mijn vrije wil ontstaan en twee andere soorten die van buiten komen, de ene van de goede, de andere van de boze.

I Tactieken van de goede en kwade geest
a Zondaars: van kwaad tot erger
[314] 1e regel: De vijand spiegelt schijnvermaak voor aan de zondaars en houdt ze daarmee dieper in hun zonde. De goede geest prikkelt gewetenswroeging door het verwijt van de redelijkheid.

b Rechtvaardigen, Godsvruchtigen en verbeteraars
[315] 2e regel: Bij ijverige verbeteraars zal de boze geest pogen droefheid op te wekken en hindernissen te leggen. De goede geest geeft moed en kracht en zal door vertroosting rust schenken zodat deze mensen vooruit gaan.

II Gevolgen
a Goede geest --> Consolatie
[316] 3e regel: Geestelijke vertroosting = een inwendige beweging die in de ziel ontstaat in liefde voor de Schepper en die leidt tot vermeerdering van de hoop, geloof en liefde alsmede vreugde.

b Kwade geest --> Desolatie
[317] 4e regel: Geestelijke troosteloosheid = duisternis en verwarring van de ziel voortkomend uit aardse zaken die elke hoop, geloof en liefde verdrijft. De ziel zal traag, lauw en droevig voelen en gescheiden zijn van de Schepper.

III Te volgen gedrag
a Bij desolatie
1. Standvastigheid
[318] 5e regel: Maak nooit enige verandering maar volhard standvastig en onwrikbaar in onze voornemens.
2. Aanvallen
[319] 6e regel: Verander tijdens troosteloosheid daarentegen het eigen gedrag door middel van meer gebed, overweging, onderzoek en boete.
3. Vertrouwen
[320] 7e regel: Vertrouw op de Heer, die zich ogenschijnlijk heeft teruggetrokken maar nabij blijft in barmhartigheid.
4. Geduld
[321] 8e regel: Volhard in geduld: kalmte en rust zal u redden.
[322] 9e regel: Waarom wij in troosteloosheid zijn: (1) lauwheid, traagheid of nalatigheid; (2) Gods beproeving; (3) Onze volledige nederigheid laten voelen waarin het alleen Gods macht is om ons genade te schenken.

b Bij consolatie
1. Voorbereiden op nieuwe strijd
[323] 10e regel: Voorzie tijdens de vertroosting de eerstvolgende aanval van het boze en schep kracht voor deze strijd.
2. Nederig blijven
[324] 11e regel: Draag zorg zich ook tijdens vertroosting te blijven vernederen en denk aan de genade die men nodig heeft tijdens het kwade.

IV Sluwe handelswijze en boosaardige karakter van de kwade geest
a Als boosaardige vrouw
[325] 12e regel: Voor een boosaardige vrouw die geen weerstand wordt geboden zal haar wraak en woede geen einde kennen.
b Als verleider in het geheim
[326] 13e regel: De kwade geest zal zijn listen zacht in het oor van de mens fluisteren en verlangen dat zijn boosheden geheim blijven. Breng het bedrog aan het licht.
c Als een rovershoofdman
[327] 14e regel: Door bespieding zal de kwade geest onze zwakste plek opzoeken ter overweldiging en plundering. Versterkt uw goddelijke, kardinale en zedelijke deugden.

Ignatius vervolgt met regels voor de Tweede week
[Bron: Uit J. Hellings (1953, p. 852 - 867)]

Bijzonder en dagelijks onderzoek [24 - 30]

Drie tijdstippen en twee gewetensonderzoeken

1e tijdstip: 's morgens bij het opstaan - voornemen van verbetering [24]

2e tijdstip: na het middageten - 1e onderzoek en hernieuwing voornemen [25]

3e tijdstip: na het avondeten - 2e onderzoek [26]

Aanvulling:
1. Bij verval van voornemen: hand naar de borst als teken van berouw [27]
2. Vergelijk het eerste en het tweede onderzoek van de dag op beterschap [28]
3. Vergelijk de tweede met de eerste dag op beterschap [29]
4. Vergelijk de tweede met de eerste week op beterschap [30]

Achtdaags GO-retraite programma (J. Hellings sj)

Aankomstdag
Blok IV en V: Inleiding - 20 aantekeningen

Eerste dag: Grondbeginsel en grondslag van het geestelijk leven
I Bestemming van de mens
II Onze zaligheid
III Bestemming van overige schepselen
IV Volmaakt gebruik van de schepselen
V Beschouwing van ons religieus fundament

Tweede dag: Boosheid der zonde
I 1e oefening - boosheid der zonde
II 2e oefening - berouwvol herstel
III 3e oefening - herhaling en verdieping
IV 5e oefening - heilzame vrees
V Gewetensonderzoek

Derde dag: Strijd tegen de zonde
I Op weg naar de eeuwigheid
II Over het bijzonder oordeel
III Over boetvaardigheid
IV Kracht der bekeringsgenade
V Biecht en Heilige Communie

Vierde dag: Christus, onze Redder
I Voor Koning Jezus onze liefde en ons leven
II Herhaling: Oproep van Koning Christus
III Goddelijke Menswording
IV Bij de arme Koningskribbe
V Drie wijzen van bidden

Vijfde dag: Christus, ons voorbeeld
I Opdracht van Jezus in de tempel
II Jezus' verborgen leven te Nazareth
III Jezus blijft te Jeruzalem achter
IV Roeping van de apostelen
V Onderscheiding der geesten

Zesde dag: Christus, onze aanvoerder
I Overweging over twee standaarden
II Overweging over de drie klassne van mensen
III Beschouwing over de drie wijzingen van nederigheid
IV Voetstappen van Jezus
V Levensprogramma

Zevende dag: Christus, onze lijdenskoning
I Instelling van de Heilige Eucharistie
II Jezus'zielelijden, gebed en doodstrijd
III Voor de geestelijke rechtbank
IV Voor de wereldlijke rechtbank
V Jezus'sterfbed

Achte dag: Christus, onze Liefdeskoning
I Jezus'opstanding en eerste verschijning
II Jezus, verschijning bij het meer van Tiberias
III Onze verbondeheid met Jezus
IV Beschouwing voor het verkrijgen van Liefde
V De ware katholieke gezindheid


Dagorde (vijf conferenties/overwegingen per etmaal)

DATUM: .....................................................


06.00u Ontwaken (eerste tijd met dagelijks voornemen)


06.30u LAUDEN (morgengebed)


07.00u EUCHARISTIE/WOORDDIENST


08.00u Ontbijt


08.30u BLOK I: Conferentie (30min.) + overweging (60 min.)




10.00u Koffie/thee


10.30u BLOK II: Conferentie (30 min.) + overweging (60 min.)




12.00u SEXT (middaggebed)


12.30u Middageten (tweede tijd met eerste gewetensonderzoek)




13.30u BLOK III: Conferentie (30 min.) + overweging (60 min.)




15.00u Thee


15.30u BLOK IV: Conferentie (30 min.) + overweging (60 min.)




17.00u VESPERS (avondgebed)


17.30u Avondeten (derde tijd met tweede gewetensonderzoek)




19.30u BLOK V: Conferentie (30 min.) + overweging (60 min.)




21.00u COMPLETEN (dagsluiting)


22.00u NACHTRUST




24.00u NOCTURES (lezingendienst)
(Middernacht overdenking)

Literatuur & documentatie

Bijbel. (1978). Willibrordvertaling (1978-uitgave). Boxtel: KBS.

Bijbel. (2004). Willibrordvertaling (1995-uitgave). Den Bosch: KBS.

Bijbel. (2004). Nieuwe bijbelvertaling.

Getijdenboek. (1990). Gebeden voor elke dag. Zeist: Nationale Raad voor de Liturgie.

Hellings, J. (1953). De Geestelijke oefeningen van de Heilige Ignatius van Loyola. Voorhout: Foreholte.

Penning de Vries, P. (1968). Ignatius van Loyola: Geestelijke Oefeningen en Geestelijk dagboek. Den Haag: Lannoo.


Naaijkens, B. (1973). Thomas a Kempis: De navolging van Christus. Bilthoven: Amboboeken.


Paus Pius XI (1929) Mens Nostra: Over de bevordering van de geestelijke oefeningen
(Encycliek Paus Pius XI - 20 december 1929). Online: rkdocumenten.nl

Rotsaert, M. (1994). Geestelijke Oefeningen. Baarn: Averbode / Gooi & Sticht

Vries, M. de (2008). Thomas a Kempis: De navolging van Christus in jonge taal. Den Bosch: KBS.



Beginsel en grondslag [GO23]

De mens is geschapen om God onze Heer te loven,
eerbied te bewijzen en te dienen
en aldus zijn ziel te redden.

Alle overige dingen op het aardoppervlak
zijn geschapen met het oog op de mens,
om hem het doel te helpen nastreven
waarvoor hij geschapen is.

Daaruit volgt dat de mens er gebruik van moet maken
voor zover ze hem helpen dat doel na te streven,
en dat hij ervan moet afzien
voor zover ze daarbij een hinder zijn.

Daarom is het nodig dat wij ons onverschillig maken
voor alles wat geschapen is,
in al wat aan de vrijheid van onze vrije wil
wordt toegestaan en niet verboden is.

Zozeer dat wij van onze kant
gezondheid niet méér verlangen dan ziekte,
rijkdom niet méér dan armoede,
eerbewijzen niet méér dan verguizing,
een lang leven niet méér dan een kort,
en zo in al het overige.

Het enige wat wij moeten verlangen en kiezen
is wat ons dichter brengt bij het doel
waarvoor wij geschapen zijn.

zaterdag 1 augustus 2009

Geestelijke Oefeningen (definitie)

De term geestelijke oefeningen slaat op elke vorm van gewetensonderzoek, overweging*, beschouwing*, mondgebed of innerlijk gebed, en op nog andere geestelijke activiteiten, zoals verderop zal worden vermeld. Want zoals wandelen, op tocht gaan en hardlopen lichamelijke oefeningen zijn, zo noemt men geestelijke oefeningen elke manier waarop men de ziel* voorbereidt en klaarmaakt om zich van elke ongeordende gehechtheid* te ontdoen, en om dan te zoeken en te vinden wat Gods wil is bij de inrichting van zijn leven tot heil van zijn ziel. [GO 1]

Om zichzelf te overwinnen en zijn leven te regelen zonder zich daarbij door welke ongeregelde neiging ook te laten leiden. [GO 21]